12 Sep Ar

Briefing Spelregels

Spelregelkennis
Alhoewel er geen belangrijke spelregels voor het seizoen 2008-2009 gewijzigd zijn, is het voor scheidsrechters nuttig om de regels voor het begin van het seizoen nog eens door te nemen. Hieronder in het kort een extra uitleg.

Flow of the Game
Ook wel het toepassen van de voordeelregel. Het toepassen van de voordeelregel is afhankelijk van de capaciteiten van de spelers en scheidsrechters. Bij fysieke wedstrijden wordt aangeraden strenger te fluiten.

Keeper
� De vliegende keep is een speler met een shirt van afwijkende kleur die in de cirkel dezelfde rechten heeft als een keeper. Hij m�g binnen zijn 23-metergebied met een helm op spelen, maar hoeft dat niet.
� Het wisselen van �soort keeper� mag op momenten dat spelerswissels zijn toegestaan, dus niet bij een strafcorner maar wel bij een strafbal. Als een keeper bij een strafcorner tegen, niet verder kan of mag spelen, wordt hij vervangen door een �soortgelijke� keeper.
� Bij een strafcorner of strafbal moet de vliegende keep zijn helm op, maar hij mag geen andere keepersuitrusting aandoen, ook geen handschoenen.
� Voor het vervangen van een standaardkeeper door een vliegende keep of door een andere standaardkeeper wordt geen omkleedtijd gegeven.

Spelhervatting
� De vijf-meter afstandregel zijn vijf echte meters. Blijven overtreden betekent strafverzwaring.
� De regel geeft aan dat een vrije slag genomen wordt �nabij� de plaats van de overtreding. Wanneer de vrije slag genomen wordt ver van de plaats van de overtreding en er duidelijk voordeel verkregen wordt, dient wel te worden teruggefloten.
� Een aanvaller die een vrije slag in de buurt van de cirkel met een sleeppush neemt, zal proberen de bal een paar meter verder van de cirkelrand af te leggen, zodat hij langer en dus harder kan slepen. In dit geval geeft het verplaatsen van de bal extra voordeel voor de aanvallende partij en dat mag niet en zal dus moeten worden afgefloten.
� 10-meterstraf. Geef deze alleen als dit voor de overtreder echt een straf is.

Hoge bal
� Een hoge bal moet alleen dan worden afgefloten wanneer het gevaarlijk is of kan leiden tot gevaarlijk spel.
� Ook een schot op doel kan gevaarlijk zijn. Wanneer veldspelers bijna gescalpeerd worden, is het feit dat daar een doel achter stond geen excuus om niet te fluiten. Een veldspeler die op de doellijn gaat staan om een doelpunt te voorkomen kiest deze positie bewust en krijgt eens strafbal tegen als hij met zijn lichaam een doelpunt voorkomt.
� Bij een hoge push moet de omhoog spelende speler ervoor zorgen dat deze pass geen gevaar oplevert. Een tegenstander die als een kamikaze op zo�n pass komt inlopen zonder de kans te hebben de bal technisch goed te spelen, moet worden bestraft.
� Als een hoge pass neer gaat komen in de buurt van spelers van beide partijen, moet de verdediger de ruimte krijgen de bal aan te nemen en te controleren. Als de bal naar een aanvaller gaat die duidelijk vrij staat, terwijl de verdediger alleen maar naderbij komt om binnen speelafstand te komen, is de vrije slag voor de aanvaller.

Gebruik van lichaam en stick
� Een sliding waarbij de tegenstander onderuit wordt gehaald, is een opzettelijke overtreding. Als een tegenstander ten val komt door een slecht getimede of slecht uitgevoerde sliding, krijgt de dader een gele kaart.

Strafcorner
� Bij de 2e keer te vroeg uitlopen door eenzelfde team volgt een groene kaart (waarschuwing) voor het team, een 3e keer betekent geel voor de dader. Dit geldt voor de hele wedstrijd, dus de teller staat niet op 0 bij een volgende strafcorner.
� De �aankleedtijd� van handschoenen en maskers moet minimaal gehouden worden.

Persoonlijke straffen
� Niet elke teleurgestelde reactie van een speler hoeft met een persoonlijke straf te worden beantwoord. Het �vrij schieten� op de arbitrage mag niet worden getolereerd. Als boze reacties van spelers tot kaarten leidt, is dat zijn probleem. Niet optreden tegen boze reacties wordt een probleem voor de scheidsrechter.
� Een kaart voor de aanvoerder in functie is bedoeld om hem op te dragen het gedrag van zijn team te verbeteren. Als er een duidelijke dader is, moet deze bestraft worden.
� Een mekkerende coach of begeleider krijgt, eventueel na een waarschuwing, geel. Een coach die het veld inloopt om verhaal te halen, krijgt zonder waarschuwing geel. Schelden betekent rood. Het �over het hek stappen� van de bedoelde teambegeleider onttrekt hem niet aan de gegeven straf.

Kaarten
� Twee keer groen is altijd geel.
� Twee gele kaarten voor dezelfde speler betekent rood. Op het wedstrijdformulier wordt wel 2x geel genoteerd. Hierop is 1 uitzondering: de aanvoerder die in functie een kaart krijgt.
� De straftijd voor een gele kaart is in principe vijf minuten, niet meer en niet minder. Alleen voor een fysieke overtreding, op het lichaam gericht (zoals slidings, neerhalen etc.) wordt tien minuten (niet meer en niet minder) gegeven.